Het Zwaard van Luther

Het Zwaard van Luther

Dat ben jij! In een Zeeuwse kustplaats hebben wat straatmuzikanten zich opgesteld voor een boekwinkel. De naam van de boekwinkel herinnert ons aan de grote kerkhervormer Maarten Luther. Met mooie letters staat er op de winkelruit geschreven "Het zwaard van Luther". Zo te zien zijn de muzikanten mensen die aan lager wal geraakt zijn. Ze zien er armoedig uit. Af en toe klinken er ruwe woorden, ja, zelfs vloeken. En de dranklucht om hen heen zegt ons dat deze lui niet vies zijn van een borrel. De boekhandelaar zou graag gewild hebben dat deze mensen nu niet net voor zijn winkel waren gaan staan... De muziek zet in. Sommige mensen kijken toe. Zo ook de boekhandelaar. Na een kwartiertje houden de muzikanten op en één van hen komt de winkel binnen om een fooi. De heer Warnar, de boekhandelaar, kijkt de jongeman eens aan en vermoedt dat hij weleens een godsdienstige opvoeding gehad zou kunnen hebben. Ineens krijgt hij een mooi plan. 'Jongeman, luister eens. Jij krijgt van mij tien gulden, als je uit dit boek een stukje voor je kornuiten wilt voorlezen. En het boek mag je houden. Afgesproken?' De straatmuzikant, dol op geld, stemt toe. 'Wat moet ik voorlezen, meneer?' De boekhandelaar zoekt het voor hem op. Buiten leest de jongeman hardop voor wat meneer Warnar hem heeft aangewezen. Hij leest over een jongeman, die wegliep uit het huis van zijn vader en zijn geld in zonde verspilde. Plotseling roept een muzikant: 'Erik, dat ben jij!' De lezer houdt op. Hij is spierwit geworden en begint te beven. Zijn vader, zijn moeder, de kerk, alles komt bij hem terug: o, hij is die verloren zoon! Hij probeert zich goed te houden en leest door. Daar komt hij bij het achttiende vers (van Lukas 15; - het is een Bijbel): 'Ik zal opstaan en tot mijn vader gaan en ik zal tot hem zeggen: vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en voor u.' Dan kan hij niet meer. Het 'zwaard van Luther', het Woord des Heeren, doet zijn werking. Het laat de verlopen muzikant zijn zondige leven zien; schreiend valt hij op de grond. Vreemd kijken de andere muzikanten op: wat is hier aan de hand? Gelukkig weet de boekhandelaar raad. Terwijl de andere muzikanten verder gaan, neemt hij de radeloze jongen in huis...

273