Gebed om stroom

Gebed om stroom

De organist van Berlicum kon niet spelen, maar de ouderling van dienst wist raad. Amper een week geleden, op Hemelvaartsdag, in het eeuwenoude kerkje van Berlicum, in Noord-Brabant. Juist zouden wij, de kerkenraad en ik, de consistoriekamer verlaten om de kerk binnen te gaan, of de deur werd opengeworpen en in verwarring stond daar de organist voor ons, die met een machteloos gebaar zijn noodtoestand afkondigde in de woorden: "Ik kan niet spelen... er is geen stroom!"

Maar... de ouderling van dienst draaide rustig met een enkele handgebaar de deur van een muurkast open, ik zag hem een schroevende beweging maken, iets neerleggen... toen opnieuw dat schroevende gebaar... de kastdeur werd gesloten en met een glimlach antwoordde hij: "Ik had gelukkig nog een nieuwe stop... ga maar weer naar je orgelbank... er is weer stroom!"

Eigenaardig... want op dat moment, dus nog voordat de kerkdienst zou beginnen, had ik al een preek gehad. Had God zelf met ons, in die consistoriekamer, al kerkdienst gehouden! Zelf zou ik een Hemelvaartspreek houden... vanzelfsprekend, want het was toch immers Hemelvaartsdag. Maar de preek, die ik had gekregen was een Pinksterpreek... want God houdt Zich in Zijn vrijmacht, nu eenmaal niet (altijd) aan onze kerkelijke kalender.

Maar het was dan ook een heerlijke preek, die ik hier, in enkele woorden, graag wil doorgeven... Want... wat lijken wij sprekend op die organist! "Wij"... misschien mag ik heel persoonlijk met mijzelf beginnen. Dan ben je dus dominee..."Dienaar des Woords"... en dat is dus je instrument dat je bespelen moet: het Woord, de Bijbel. En zelf moet je daar achter staan... of, zoals die organist, daar achter "zitten", op je orgelbank.

Maar al heb je dan zo'n stralend en machtig instrument tot je beschikking gekregen, met manualen en pedalen en een overvloed van pijpen en registers, en al zit je zelf nog zo vakbekwaam en met nog zoveel goede moed erachter... toch kun je radeloos worden van onmacht... en toch kun je ervaren dat het alles tevergeefs is en dat het niets uithaalt allemaal... als er namelijk "geen stroom" is! Als er geen stroom is, omdat de stoppen zijn doorgeslagen... Als er geen stroom is, zodat de windvoorziening is uitgevallen... en zodat dat hele orgel werkeloos en die organist machteloos is.

Overal in de kerken wordt gezocht, gelaten soms, ook koortsachtig soms, naar oorzaken van het geestelijk en kerkelijk verval. Hoe komt dat toch... die ontkerkelijking en die ontkerstening? Hoe komt dat toch, dat zovelen zeggen: "het zegt mij niets meer" en "het spreekt mij niet meer aan" en "het doet mij niets meer"... hoe komt dat toch, dat velen het ambt verlaten en een andere werkkring zoeken? Waar ligt de oorzaak?

Heel vaak wordt de fout gezocht in het instrumentarium... het orgel. Of... in ons geval... Het Woord. Daar moet dan verbetering, correctie in worden aangebracht. Een nieuwe vertaling, weer een nieuwe vertaling... een Bijbel-in-'t kort... een Bijbel in populair Nederlands... andere belijdenisgeschriften... andere formulieren... kortom: het instrument, het kerkelijke instrument dat wij bespelen, is uit de tijd en hoog nodig aan restauratie, aan vernieuwing toe. Als dat maar eenmaal voor elkaar is... dan zul je eens zien!

Ook wordt vaak (maar wel minder) de fout gezocht in de organist. Of... in ons geval... de prediker, de getuige... de christen. Die speelt niet goed! Die preekt niet goed. Die doet het niet goed. Die moet nieuwe vorming ontvangen. Die moet beter worden opgeleid. Die moet opnieuw geschoold worden... Gemeentetoerusting... en andere theologische opleidingen... als dat maar eenmaal voor elkaar is... nu, dan zul je eens zien!

Maar waar de fout vrijwel nimmer wordt gezocht, dat is in... de schakelkast, daar in die consistoriekamer! Waar de ouderling van dienst ons leert dat onze stoppen zijn doorgeslagen... en dat daardoor ons verbond met de grote krachtcentrale is verbroken... zodat wij geen lucht, geen wind, geen stroom meer krijgen en alles lam is gelegd... Die doorgeslagen stop moet eruit. Een andere nieuwe stop moet erin... De stop, die alleen Hij blijkbaar heeft! Opdat er weer stroom is!

Nee, ik zeg niet dat er geen enkel onderdeel van ons instrumentarium aan vernieuwing toe is! En ik zeg helemaal niet dat wij zelf zulke vakbekwame, niet voor verbetering vatbare organisten zijn. Maar ik zeg wel dat wij van onze organistenbank af moeten en met onze armoe en verlegenheid naar die Grote Ouderling van Dienst, die allerhoogste Ambtsdrager Jezus Christus toe moeten om aan Hem onze nood voor te leggen. Doen wij dat eigenlijk nog wel? Als predikant, als gemeentelid, als kerkgenootschap, als kerkenraad? Stellen wij ons vertrouwen uitsluitend op ons instrument en op onszelf of stellen wij ons nog steil afhankelijk van de genadige hulp van Hem Die alleen kan zorgen voor Kracht van Omhoog en voor aansluiting op de Bron van alle goed?

Denk eens aan dat allereerste Pinksterfeest. Daar was het ook zo. Zij hadden het instrument, het Woord, en dat was feilloos en volmaakt. Zelf hadden ze vrijwel allen een driejarige, hoogstpersoonlijke opleiding bij de Meester Zelf gehad... En toch... biddende waren zij allen bijeen... totdat het de Hoorder der gebeden behaagde kracht te geven uit den hoge... de nieuwe stop, met zijn doorboorde hand in te draaien... en hen (en hun instrument het Woord) te vervullen met de Heilige Geest... en hen tot getuige-zijn te bekwamen! Toen gebeurden er wonderen! Toen werden hun orgels, hun zwelkasten, vol wind... toen daverden hun instrumenten... klonken wijd en zijd hun grote getuigenissen en kwamen duizenden tot bekering! Toen... op het gebed... het gebed om stroom! Toen pas... werd het werkelijk Pinksterfeest!

265