De verkoop van een ziel per opbod

De verkoop van een ziel per opbod

De bekende prediker Rowland Hill sprak eens in een grote stad in Engeland. Van heinde en ver waren de mensen gekomen om hem te horen. Midden onder zijn toespraak stopte een wagen voor de deur en daar verscheen Lady Anna Erskine, in heel de stad bekend door haar rijkdom en leven in weelde. Zij was een ster in de wereld van de muziek, een geziene gast in roulettetafels, nachtclubs en theaters. Ze had gehoord van Rowland Hill en wilde eens een toespraak van deze bekende redenaar horen. Of het nu kwam doordat ze niet gewend was zich rustig en onopvallend onder de mensen te bewegen of doordat haar kleding en verschijning zo sensationeel waren – Rowland Hill, die haar kende, merkte haar direct op. Als een flits schoot de gedachte door hem heen: dit is een speciale gelegenheid die je wordt gegeven om deze ziel te dienen. Plotseling brak hij zijn woordenstroom af, strekte zijn arm uit en riep met een geweldige stem: ‘Kijk, daar komt Lady Anna Erskine, laten we haar bij opbod verkopen!’ De verbazing van de dame was onbeschrijfelijk. Alle ogen waren op haar gericht en het liefst had ze in de grond willen zinken. Maar ze was niet in staat te verdwijnen. Reeds klonk de welluidende stem van de prediker door de zaal: ‘Wie wil de ziel van Lady Anna Erskine kopen?’ Hij keek een ogenblik rond en riep dan: ‘WERELD, wat biedt u ervoor?’ ‘Ik wil al de pracht en rijkdom geven waarover ik kan beschikken; een leven van luxe en genot ligt voor haar open!’ Niets meer? Geen onsterfelijk en eeuwig leven erbij?’ ‘Dat bezit ik zelf niet.’ ‘Dan is uw bod te laag voor ons. Wereld, gij zult haar niet hebben. Want wat baat het de Lady als zij de wereld zou winnen en haar ziel zou verliezen?’ ‘Nu, SATAN, wat biedt gij?’ ‘Zij kan doen en laten wat zij wil. Ik zal al haar hartstochten bevredigen, al haar lusten zal zij kunnen volgen, de beker van wereldse vreugde zal zij kunnen ledigen tot de laatste druppel.’ ‘En wat verlangt u ervoor terug?’ ‘Haar ziel, zodat zij eens voor altijd in mijn macht blijft.’ ‘De prijs is te hoog voor ons, gij zult haar niet hebben, satan, want gij zijt de vader der leugen, en een mensenmoordenaar van den beginne.’ En U, HEERE JEZUS, wat wilt U geven?’ ‘Ik heb al lang geleden Mijn leven voor de Lady gegeven. Ik heb Mijn bloed voor haar doen stromen, toen Ik op het kruis de losprijs betaalde om zondaars vrij te kopen. Ik zal haar vreugde geven, die alle verstand te boven gaat. Ik geef haar een vreugde die de wereld niet kent. En als zij aan het eind van haar leven komt, zal ik haar opnemen in Mijn heerlijkheid, want waar Ik ben, daar zal ook Mijn dienstmaagd zijn.’ ‘En wat verlangt u terug voor al deze heerlijke gaven?’ ‘Haar zonden, haar kwaad en alles wat haar innerlijk verontrust en kwelt.’ ‘Heere Jezus, U zult haar hebben. U zal zij toebehoren, nu en tot in de eeuwigheid. Lady Erskine, gaat u hiermee akkoord?’ ‘Ja!’, antwoordde zij met luide heldere stem, terwijl een diepe ontroering door alle aanwezigen heengolfde. Lady Anna Erskine’s geweten was getroffen. De weinige woorden van de prediker hadden haar doen zien waar zij met haar rijkdom en pracht terecht zou komen; in het eeuwige verderf. Zij beleed haar zonden en God vergaf haar door het geloof in Jezus Christus.

273