Niet populair worden noch op geld uit zijn

Niet populair worden noch op geld uit zijn

Door de hele kerkgeschiedenis heen blijkt het telkens weer dat Gods volk de voorkeur geeft aan de valse profeten die dingen spreken die men graag hoort en hen gelukkig maakt. Veel van Gods kinderen hebben nooit veel gehoor gegeven aan Gods ware profeten, die hen de waarheid brachten. Als u dus een dienstknecht van God bent, die zich voorgenomen heeft niets anders dan Gods Woord te verkondigen, onthoud dan één ding: u zult nooit populair worden. U zult ook nooit met de bediening veel geld verdienen. U zult veracht en verworpen worden zoals de Oudtestamentische profeten. Maar ondanks dit alles, sprak de Heere tot Israël in Micha 2:12: "Ik zal het overblijfsel van Israël zeker bijeenbrengen". De meeste profeten spraken over een overblijfsel dat God uit Babel terug zou brengen naar Jeruzalem. En zo is het ook vandaag de dag. Ook al leven grote delen van het christendom sterk onder de Bijbelse maat, er is ook nu een overblijfsel hier op aarde dat getuigt van en staat voor de waarheid. Als u een Godvrezend mens bent, dient u naar dat overblijfsel te zoeken, waar u zich ook bevindt. Zie uit naar hen die oprecht en met hun hele hart God Zelf zoeken en die de Babylonische structuren verlaten hebben. Deze worden niet in één of andere denominatie gevonden. In een bepaalde plaats zijn ze wellicht samen in één gemeente, op een andere plaats is er wellicht (nog) niet een dergelijke gemeente gevormd. Nergens in deze wereld bestaat de "overblijfsel-denominatie" – alleen de "overblijfsel-gemeente". In elke plaats moet u zich dus afvragen: "Heere, waar komen UW kinderen samen in deze plaats?". Hij zal u naar dit overblijfsel leiden. "Ik zei: Luister toch, hoofden van Jakob en leiders van het huis van Israël, behoort u niet het recht te kennen? Zij haten het goede en hebben het kwade lief, stropen hun huid van hen af en hun vlees van hun beenderen. Ja, zij zijn het die het vlees van Mijn volk eten, de huid van hen afstropen, hun beenderen breken, ze uiteenleggen als in een pot, als vlees midden in een ketel. Dan zullen zij tot de HEERE roepen, maar Hij zal hen niet antwoorden. In die tijd zal Hij Zijn aangezicht voor hen verbergen, omdat zij kwaad gedaan hebben met hun daden. Zo zegt de HEERE tegen de profeten die Mijn volk misleiden, die, als ze maar iets met hun tanden tebijten krijgen, roepen: Vrede! Wie hun echter niets in hun mond geeft, tegen die bereiden zij de strijd voor" (Micha 3:1-5). De geschiedenis herhaalt zich, predikers hebben een voorliefde voor diegene die hen veel geld toestoppen, en profeteren dan ook goedklinkende boodschappen voor hen. En zo gebeurt het vandaag de dag nog precies zo!! Als iemand arm was en deze predikers niet voor een maaltijd kon uitnodigen, werden ze bedreigd. Zulke mensen zijn niet de dienstknechten van God maar valse profeten. Zij spraken valse profetieën terwijl ze claimden dat ze spraken op grond van visioenen van God, net zoals vele misleiders vandaag de dag. Gods boodschap aan hen was: "Daarom zal het nacht voor u worden, zonder visioen, duisternis voor u, zonder waarzeggerij. De zon zal over deze profeten ondergaan en de dag zal over hen in zwart gehuld worden. De zieners zullen beschaamd worden en de waarzeggers rood van schaamte, zij zullen allen hun baard en snor bedekken, want er komt geen antwoord van God" (Micha 3:5-7).

Micha kende geen vrees en vermaande zulke valse profeten: "Ik daarentegen ben vol van kracht van de Geest van de HEERE, van recht en heldenmoed, om Jakob zijn overtreding te verkondigen en Israël zijn zonde" (Micha 3:8). Dat moet als hoogmoedig geklonken hebben, maar het was het zeker niet. Micha beschreef de tegenstelling tussen hem en de andere predikers van zijn tijd. Vele eeuwen later tekende ook Paulus zo'n tegenstelling tussen hem en anderen. Paulus schrijft: "Ik heb u immers het Evangelie van God om niet verkondigd......Waarom? Omdat ik u niet liefheb? God weet dat ik u liefheb! Maar wat ik doe, zal ik ook blijven doen, opdat ik elke aanleiding wegneem van hen die een aanleiding zoeken om in datgene waarin zij roemen, aan ons gelijk bevonden te worden. Want zulke lieden zijn valse apostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus" (2 Kor.11:7-13). Paulus diende God niet om het geld zoals de valse apostelen van zijn tijd of zoals vele predikers vandaag de dag. Micha had veel te zeggen tot hen die predikte voor geld. "Hoor nu dit, hoofden van het huis van Jakob en leiders van het huis van Israël, die een afschuw hebt van recht en al wat recht is, verdraait, die Sion bouwt met bloed en Jeruzalem met onrecht. Hun hoofden spreken er recht voor geschenken, hun priesters onderwijzen voor loon, hun profeten plegen waarzeggerij voor geld. Toch steunen zij nog op de HEERE, want zij zeggen: Is de HEERE niet in ons midden? Ons zal geen kwaad overkomen. Daarom zal om u Sion als een akker omgeploegd worden, Jeruzalem een puinhoop worden en de berg van dit huis tot hoogten in het woud" (Micha 3:9-12). De Oudtestamentische profeten spraken veel over de corruptheid onder de predikers van hun dagen, omdat het Gods volk deed omkomen. Zo is het ook vandaag de dag. De priesters en de profeten predikten alleen als ze betaald worden. Toch beweren zij allen te vertrouwen op de Heere. Dit is een misleiding die ook nu nog bestaat. Het is een dienstknecht van de Heere toegestaan om vrijwillige giften te ontvangen. Maar er is een groot verschil tussen dit principe en het prediken omdat men betaald wordt. Wat is het verschil tussen een salaris en een gift? U kunt een salaris eisen, maar zeker geen gift. Als u een gift krijgt, dank dan de Heere. Als u geen gift krijgt, dank dan ook de Heere. U kunt een gift elke maand ontvangen, als het maar een gift blijft, niet een salaris wordt. Zie nooit giften, die u ontvangt, als een salaris. Een waarachtige dienstknecht van de Heere zal Hem altijd blijven dienen, of hij geld ontvangt of niet, of hij voldoende eten heeft of niet. Hij is dankbaar voor een ieder die hem giften geeft. Maar hij is nooit afhankelijk van hen. God kan verkiezen u te voorzien op regelmatige basis of op onregelmatige basis. Welke het ook mag zijn, we kunnen nooit prediken omdat we er voor betaald worden. We mogen nooit dienst doen voor de Heere omdat we er geld voor krijgen. Als u dit principe toestaat in uw leven, zal God voorzien in al uw noden, op één of andere wijze, en u zult bewaard worden voor de valkuilen waar vele predikers vóór u in gevallen zijn.

268