"O God, waar bent U?"

"O God, waar bent U?"

Ik heb in mijn leven vreselijke uren doorgemaakt - in nazi-gevangenissen en in de oorlog. Ik denk aan één van de verschrikkelijkste momenten. Een kreet van ontzetting bleef in m'n keel steken, toen ik - tijdens de Tweede Wereldoorlog-naar een binnenplaats werd gebracht. Om mij heen lagen ongeveer tachtig lijken, die men die dag uit een dichtgegooide bunker had opgegraven. Zeker, ik had dergelijke afschuwelijke tonelen ook op de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog gezien. Maar - dit was nog veel afzichtelijker. Hier lagen geen soldaten. Hier lagen oude mannen, afgetobde vrouwen en... kinderen. Kindertjes, aan wier magere lichamen de lange oorlog te zien was. Kinderen! Wat hadden die met die waanzinnige oorlog te maken? En toen ik daar tussen al die lijken stond - alléén met mijn afgrijzen, alleen in die doodse stilte-toen heb ik in mijn hart geschreeuwd: 'O God, waar bent U? Waarom zwijgt U?' En toen kwam opeens dat woord uit de Bijbel in mijn gedachten: 'Zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn Zoon gegeven heeft.' God zelf moet mij dit woord in mijn wanhoop wel hebben toegeroepen. En opeens stond het kruis van Golgota voor mij, waaraan God zijn Zoon liet doodbloeden-voor ons! Ik begrijp God niet. Ik begrijp niet waarom God zoveel toelaat. Maar er is een licht, een sig- naal, een gedenkteken, een vuurtoren van zijn liefde. Dat is het kruis van Jezus. 'Hij heeft zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven. Hoe zou Hij ons met Hem ook niet alle dingen schenken!'

Uit: Jezus onze bestemming, Wilhelm Busch 

273