Afrika: begraafplaats van de blanken

Afrika: begraafplaats van de blanken

Afrika werd wel ‘donker Afrika’ genoemd in de negentiende eeuw, omdat Europeanen en Amerikanen er zo weinig over wisten. Maar onder zendelingen stond dit op een na grootste continent ook bekend als ‘begraafplaats van de blanken’. De gemiddelde overlevingsduur van een zendeling was er acht jaar. “Onze God vraagt van ons eerst een begraafplaats aan te leggen voordat we een kerk of ander gebouw voor samenkomsten neerzetten,” schreef een vroege zendeling.

“Daarmee toont Hij ons dat de opstanding van (…) Afrika teweeg gebracht moet worden door onze eigen afbraak.”

Trouw tot in de dood
Twintig zendelingen stierven op de centrale post van de London Missionary Society in Afrika voordat hun twintigste bekeerling gedoopt werd. In 1902 werd een boek uitgegeven waarin honderdnegentig zendelingen van tien Noord-Amerikaanse zendingsorganisaties worden opgenoemd die sinds 1833 waren omgekomen door ziekte. Als we kijken naar de lijst voor de zendingsorganisatie van de Protestantse Episcopaalse Kerk, krijgen we een voorbeeld van de levensverwachting die zendelingen in Afrika hadden.


Mw. Isabella Alley 1 jaar
Ds. J.C. Auer 21 jaar
Mw. Phebe Bart 4 maanden
Mw. Marha D. Coggeshall 3 maanden
Mw. C.C. Hoffman 3 jaar
Ds. C.C. Hoffman 16 jaar
Ds. H. H. Holcomb 1 jaar
Ds. G.W. Horne 2 jaar
Ds. E.J.P. Messenger 3 maanden
Ds. Launcelot B. Minor 7 jaar
Mw. Catherine L. Parch 2 jaar
Mw. Jacob Rambo 2 jaar
Ds. Robert Smith 3 maanden
Dr. T.R. Steele 6 maanden

Er was niets dat de pioniers van het Evangelie in Afrika deed terugschrikken. Willis R. Hotchkiss schreef: “Vier jaar in Afrika bracht ik praktisch alleen door. Dertig keer werd ik door de koorts getroffen, drie keer door leeuwen aangevallen en verschillende keren door nijlpaarden; maar laat me dit tegen je zeggen: ik zou het graag nog een keer doen, als ik opnieuw de vreugde mocht ervaren om het woord ‘Zaligmaker’ uit te spreken en het te laten schijnen in de duisternis die nog andere stammen in Afrika omsloten houdt.”

273