De boswachter en de mieren

De boswachter en de mieren

Op een dag wandelde de boswachter door het bos. Hij kwam bij een mierenhoop, die in een greppel gebouwd was. Meteen begreep de boswachter dat de kolonie in gevaar was. Nu was de greppel nog droog, maar als het zou gaan regenen zou gaan regenen zou hij volstromen met water. Dan zouden alle mieren verdrinken. De boswachter hield van alle grote en kleine schepsels in de natuur. Daarom besloot hij om de mieren te waarschuwen voor het dreigende gevaar.

Hij sprong in de greppel en zei:

Mieren, jullie moeten verhuizen, anders wordt jullie kolonie weggespoeld.

De boswachter kreeg geen antwoord. Daarom leunde hij voorover tot vlak boven de mierenhoop en schreeuwde zo hard als hij kon: Mieren jullie moeten verhuizen, anders wordt jullie kolonie weggespoeld. Maar nog steeds kwam er geen antwoord… Tenslotte kon hij nog een manier bedenken om de mieren te waarschuwen. Hij dacht: Laat ik zelf een mier worden. Dan spreek in hun taal en kan ik hen waarschuwen.

En zo gebeurde het:

De boswachter werd een mier. Hij ging direct de mierenhoop binnen op zoek naar de koningin. Toen hij haar gevonden had, vertelde hij over het gevaar en vroeg haar om met haar volk te verhuizen. Maar de mieren koningin was niet overtuigd. Volgens haar was de kolonie op de best mogelijke plek gehuisvest. Haar beslissing was om niet te verhuizen. Sommige mieren geloofden de mens-mier. Zij gingen weg uit de kolonie om een veiligere woonplek te zoeken. Maar de meesten lachten hem uit en hielden hem voor gek. De mens-mier werd ontmoedigd door hun reacties, maar bleef zijn zaak bepleiten. Uiteindelijk had de koningin genoeg van hem. Ze gaf haar wachters bevel om hem voorgoed het zwijgen op te leggen. De mens-mier werd buiten de kolonie gebracht en vermoord.

Enkele weken later kwam de regen. De mierenhoop in de greppel werd weggespoeld, precies zoals de mens-mier had voorzegd. Alle mieren die waren achtergebleven kwamen om.

Zoals in het verhaal de boswachter een mier werd, zo werd in werkelijkheid God een mens. Die mens was Jezus Christus. Net als de mens-mier kwam Jezus om te waarschuwen voor gevaar en te wijzen op de mogelijkheid tot redding; net als de mens-mier kostte zijn belangeloze inzet Hem zijn leven. Jezus waarschuwde de mensen voor het gevaar van de zonde: leven alsof God niet bestaat. Jezus stierf aan het kruis en droeg de schuld van alle mensen, zodat wij verzoend kunnen worden met God. Drie dagen na zijn dood stond Jezus op uit het graf. Aan ieder die in Hem gelooft, geeft Hij eeuwig leven.

273