De trein moet op de rails staan

De trein moet op de rails staan

Twee vrienden stonden op het perron en keken naar de TGV die voorbij raasde. “Wat een krachtige machine,” zei de ene vriend tegen de andere, een conducteur. “Zeker,” zei de conducteur, een gelovig mens. “Als die trein op de rails staat is hij een geweldenaar. Maar zonder rails heb je er niets aan. Net als bij het geloof. Mijn kracht ligt in mijn gemeenschap met God. Dan ben ik sterk. Maar als ik het pad van gemeenschap met God achter me laat en mijn eigen weg zoek ben ik niet veel meer waard.”

273