Een nieuwe bril

Een nieuwe bril

Ik had een nieuwe bril nodig.

De glazen voldeden niet meer. Ik zag alles niet meer zo scherp. Kon de dingen niet goed meer onderscheiden. Soms zag ik niet eens het verschil tussen de ene en de andere mens. Hoog tijd dus voor een nieuwe bril.

‘Wat vindt u van deze’, vroeg de opticien.

Ik paste de bril die hij me aanreikte. ‘Zit niet slecht’ zei ik. Ik keek er door.

Merkwaardig, het zou wel even wennen zijn, maar voorlopig zag ik vreemde dingen.

Portemonnees, beurzen, bankbiljetten, muntstukken en bankgebouwen met openstaande deuren.

‘Wat is dit voor een bril’ vroeg ik verbaasd.

Dat is het model ‘big money’ meneer. Een veelgevraagde bril mag ik wel zeggen. Echt iets bijzonders, zoals u ziet. Bevalt hij u niet?

Ik zette de bril af en gaf toe dat het een erg aantrekkelijk model was, maar mensen kon je er nauwelijks mee zien.

‘Ik probeer graag een andere bril’ zei ik. ‘Mag ik deze opzetten?’

Ik paste een tweede. ‘Prestige’ stond met fraaie letters op éen van de poten te lezen.

Gelukkig die was anders. Geen geld meer te zien.

Maar wat was dat nou? Met deze bril zag ik overal gouden, zilveren, bronzen medailles. Overal prijzenkasten vol bekers, wimpels, vaantjes. Maar mensen zag ik niet.

‘Nee’ zei ik, deze moet ik ook niet. Begrijp me goed, het is een prachtige bril, maar mensen zie ik er niet of nauwelijks door. Het zal wel aan mij liggen.

‘Probeert u deze dan eens’ drong de verkoper aan. Deze is weer van een andere fabrikant. ‘Critique’ heet deze bril.

En jawel, nu zag ik mensen. En scherp.. Ik zag ze ook zwart, pikzwart.

Kijk daar liep zowaar mijn buurman. Lieve help, wat zag die man er zwart uit. Eindelijk zag ik dan eens wat-ie allemaal op z’n geweten heeft. Nooit geweten dat die kerel zo zwart was als de nacht.

En….kijk daar ging mijn schoonzus. Ook al zo’n zwart portret. Altijd klagen, altijd roddelen, altijd maar somber en de dingen van de donkere kant bekijken.

Eindelijk zag ik eens hoe mensen in werkelijkheid zijn.

Alleen, wat zag de wereld er nu ineens donker uit. Wat een ellende om met zo’n bril door het leven te gaan.

‘Nee, dank u, ik geloof toch niet dat dit een geschikt model voor me is…’

De man in de brillenwinkel keek me veelbelovend aan. ‘Wacht’ zei hij. Hier heb ik misschien nog een model dat u bevalt. De vorm is wat eigenaardig maar misschien voor u juist heel geschikt.

Ik bekeek het model. Aardige naam droeg deze bril. ‘Con amore’. ‘Met liefde’ betekent dat. En inderdaad, de vorm van de glazen waren ietwat afwijkend. Het leken wel twee harten. Moest ik daarmee over straat?

Enfin, eerst maar eens kijken of deze glazen beter waren.

Nee maar, hoe was het mogelijk, wat een diepte, wat een natuurlijke kleuren. En scherp dat ik de mensen zag. En dat zonder enige vertekening of bijkleuring. Alles was heel genuanceerd, anders dan ik vermoedde dat de mensen zouden zijn. Fantastische bril!

‘Doet u mij deze maar, meneer’

‘Zoals u wilt’ zegt de brillenman. ‘Ik had het u gelijk wel kunnen zeggen, maar de meeste mensen geloven me toch niet. Alleen met het hart kan men goed zien, meneer. Als de mensen dat toch eens geloofden.

Verlegen stond ik voor de toonbank. ‘Hoeveel kost deze’ vroeg ik aarzelend, bang dat deze bril wel heel erg prijzig of misschien wel onbetaalbaar zou zijn.

‘U boft’ zei de opticien. ‘Dit model is inderdaad erg duur. Maar voor de echte liefhebber heeft onlangs iemand dit model hier aangeboden. Het is gratis. Kijkt u maar op het prijskaartje. ‘Reeds voor u betaald’. U kan hem zo meenemen. Zal ik er wel een doekje bijdoen? U moet de glazen namelijk wel dagelijks even oppoetsen’. ‘Graag’ zei ik.

Met mijn nieuwe bril liep ik opgetogen naar buiten. Wat een aardige man, die brillenman.

Ik keek nog even om. Hij zwaaide van achter de etalage.

Pas nu zag ik zijn naam boven de ingang van de winkel staan. E. van Gelie, stond er. En daaronder: ‘Alleen met het hart kan men goed zien’!

273