Spitsvondige vragen

Spitsvondige vragen

Op een dag kom ik in een ziekenzaal, waar zes mannes liggen. Als ik de kamer binnenkom, word ik enthousiast begroet: 'Ach dominee, wat geweldig dat u komt! We zitten met een probleem.' 'O,' antwoord ik, 'een probleem. Leuk! Wat voor probleem?' Ik merk aan hen dat ze mij erin willen laten lopen. En dan vraagt één van hen, terwijl de anderen in spanning afwachten: 'U gelooft toch dat God almachtig is?' 'Ja, dat geloof ik!' Vraag: 'Kan uw God een steen maken die zo zwaar is dat Hij hem zelf niet meer kan optillen?' Begrijpt u de truc? Als ik ja zeg, dan is God niet almachtig, en als ik nee zeg, dan is Hij ook niet almachtig, 'Kan uw God een steen maken, die zo zwaar is, dat Hij hem zelf niet meer kan optillen?'
Een ogenblik denk ik na: Moet ik hem dat uitleggen?
Maar dat lijkt me toch al te onnozel en ik stel een wedervraag: "Jongeman, ik wil eerst een vraag stellen: Heb je om deze vraag wel eens slapeloze nachten gehad?'
'Slapeloze nachten?' vraagt hij verbluft. 'Nee!' Dan zeg ik: 'Zie je: ik moet zuinig zijn met mijn energie. En daarom beantwoord ik alleen maar vragen die de mensen slapeloze nachten be zorgen. Jongeman,' vervolg ik, 'wees zo vriendelijk mij te vertellen waarover je slapeloze nachten hebt?" Daarop antwoordt hij prompt: 'Ach, die kwestie met mijn vriendin. Zij is in verwachting en we kunnen nog niet trouwen." "Zo,' zeg ik, 'dat bezorgt je slapeloze nachten. Laten wij daar dan over praten!' 'Ja, maar,' hakkelt hij, 'heeft dat dan iets met christendom te maken?' 'O,' zeg ik, 'dat probleem van die steen heeft niets met het christendom te maken, maar juist die zaak met dat meisje! Je bent schuldig geworden! Je hebt Gods gebod overtreden. Je bent te ver gegaan! En nu zit je te piekeren hoe je je door een nog grotere zonde van die affaire kunt afmaken. Je bent vastgelopen in schuld en zonde. Je kunt alleen geholpen worden, als je je omkeert naar de levende God - berouw hebt- en zegt: Ik heb gezondigd! Dan is er een Verlosser die je eruit kan helpen.' En de jongeman luistert. Opeens gaan zijn ogen open: 'Jezus interesseert zich voor mijn schuldige geweten! Jezus kan mij helpen! Hij is de redding voor mijn bedorven leven!" Begrijpt u: hij wilde de weg van het verstand gaan. Maar dat was volkomen dwaasheid. Toen echter zijn geweten geraakt werd, toen werd het opeens duidelijk. Begrijpt u wat ik bedoel? Wij verkrijgen de zekerheid van het heil niet via het beantwoorden van spitsvondige vragen, maar doordat wij ons geweten recht doen en eindelijk eens gaan zeggen: 'Ik heb gezondigd.' Dan ontdek je de Verlosser die aan het kruis hangt. En dan kun je ervaren dat je zonden vergeven zijn, en verder dat Hij je heeft aangenomen. Die weg loopt via het geweten- en niet via het verstand.

273