Stellingname tegen het Nazisme

Stellingname tegen het Nazisme

Dietrich Bonhoeffer werd geboren in 1906 en groeide op in een prominente Duitse familie. Na de  middelbare school ging hij theologie studeren. Daar kreeg hij te maken met droog en cynisch formalisme. Hoewel slechts een student, ging hij toch in tegen de liberale opvattingen van sommigen van zijn professoren. Hij stelde dat de wezenlijke natuur van de kerk vanuit het Evangelie van Jezus Christus bekeken moest worden, niet vanuit sociologisch geredeneer. In 1933 kwamen de nationaalsocialisten aan de macht in Duitsland. In de kerk groeide de beweging van de ´Deutschen Christen’. Zij wilden nationaalsocialisme en christendom samenbrengen en zagen in Hitler en zijn politiek een geschenk van God. Op 1 februari 1933, twee dagen nadat Hitler was aangesteld als rijkskanselier, sprak de jonge Bonhoeffer op de radio over het thema leiderschap. Hij vroeg de Duitsers indringend om na te gaan of er werkelijk een noodzaak was voor een sterke leider. Ook vroeg hij hen te overwegen wanneer leiderschap gezond is en wanneer het ziekelijk en extreem is. De uitzending werd tegen het einde van de toespraak afgebroken.

Vier weken later staken communisten de Rijksdag in brand, wat Hitler als excuus aangreep om vrijheid van meningsuiting, vrije pers en nog enkele vrijheden te beperken. Een paar maanden daarna begon Hitler zijn systematische terreur tegen de Duitse Joden. Hitler probeerde invloed uit te oefenen op de kerk door alle kerken samen te brengen in één
staatskerk en daar een van zijn vertrouwenspersonen als bisschop over aan te stellen. Bonhoeffer maakte deel uit van een groep die hier niet in mee wilde gaan en als de ‘Belijdende Kerk’ een tegenbeweging vormde.

In het najaar van 1934 vonden de eerste arrestaties van predikanten van de Belijdende Kerk plaats. Langzamerhand begonnen de Nazi’s het land en de kerk steeds steviger in hun greep te krijgen. In 1937 hield de rijksminister van kerkelijke aangelegenheden, Hanns Kerrl, een toespraak waarin hij zei dat het geloof in Christus als de Zoon van God belachelijk was. Hoe meer het Nazisme toenam, hoe meer de echte kerk ondergronds moest gaan. In 1939 vertrok Bonhoeffer naar Amerika om, als gastdocent, colleges aan een seminarie in New York te geven. Dit leek de ideale oplossing om de dienstplicht in Duitsland te ontlopen. De weigering daarvan kon hem gevangenschap en de dood kosten. Maar dat was niet het ergste, het zou ook schade berokkenen aan zijn broeders in de Belijdende Kerk. Bonhoeffers weigering zou door de Nazi’s als representatief worden gezien voor het standpunt van de Belijdende Kerk. Bovendien wilde hij niet dat anderen zijn keuze als dwingend zouden zien. Hij was echter nog niet lang in New York of hij begon grote onvrede te krijgen met de keus die hij gemaakt had. Hij moest terug naar zijn eigen land. Hij moest bij zijn christenbroeders zijn in deze moeilijke tijd. Vlak voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog kwam hij terug in Duitsland.

De lessen die hij gaf aan theologiestudenten van de Belijdende Kerk waren hem al eerder onmogelijk gemaakt, maar Bonhoeffer was ondergronds hiermee doorgegaan. Niet lang na zijn terugkomst werd dit ontdekt en kreeg hij een spreekverbod opgelegd. Zijn dienstplicht ontliep hij doordat hij een baan kreeg bij de militaire inlichtingendienst, bekend als ‘Abwehr’. De inlichtingendienst had zich vrij weten te houden van invloed van de Gestapo en de Sicherheitsdienst. Zodoende konden zich binnen deze organisatie allerlei verzetswerkzaamheden ontwikkelen.

Bonhoeffers werkzaamheden dienden als dekmantel voor het onderhouden van internationale contacten en het zoeken van steun voor een samenzwering tegen de Nazi’s.
In april 1943 werd Bonhoeffer gearresteerd, maar niet vanwege verdenking van een complot. Men was zijn betrokkenheid bij hulp aan Joden op het spoor gekomen. Twee jaar lang werd hij gevangen gehouden. Ondertussen zetten anderen de samenzwering tegen Hitler voort. Nadat de aanslag op Hitler in juli 1944 mislukte, kreeg men echter ook de rol die Bonhoeffer hierin gespeeld had in de gaten. Hij werd ter dood veroordeeld. Enkele weken voordat Hitler zelfmoord pleegde, werd Bonhoeffer opgehangen.

Waarschijnlijk is het belangrijkste dat hij nagelaten heeft, zijn boek getiteld Navolging.

Het is een boek dat erg aan het denken zet. Bonhoeffer roept christenen op om zich te bekeren van ‘goedkope genade’, die niets kost, maar ook niets inhoudt. De man die de grootste prijs moest betalen voor zijn christelijk getuigenis, pleitte met anderen dat ze zich niet zouden misleiden met de gedachte dat ze gered waren terwijl ze het niet waren. Hij zei:

“Goedkope genade is prediking van de vergeving zonder verootmoediging; doop zonder de tucht
van de gemeente; avondmaal zonder belijdenis van zonden; absolutie zonder persoonlijke biecht.
Goedkope genade is genade zonder navolging, genade zonder kruis, genade zonder de levende,
mensgeworden Jezus Christus.

(…)
Kostbare genade is het Evangelie, dat altijd weer moet worden gezocht, de gave waarom moet
worden gebeden, de deur waarop moet worden aangeklopt.
Kostbaar is zij, omdat zij oproept tot de navolging; genade is zij, omdat zij oproept tot de
navolging van Christus; kostbaar is ze, omdat ze de mens het leven kost; genade is zij omdat ze
hem pas zo het leven schenkt; kostbaar is ze, omdat ze de zonde verdoemt; genade, omdat ze
de zondaar rechtvaardigt. Kostbaar is de genade bovenal daarom, omdat ze God veel gekost
heeft, omdat ze God het leven van zijn Zoon gekost heeft…”

273