Ze doen niet wat Hij vraagt

Ze doen niet wat Hij vraagt

Een klein jochie in de achterbuurt van een grote stad werd uitgenodigd op een zondagsschool in een missiepost. Geleidelijk aan werd hij een trouwe kleine Christen. Hij scheen vrij vast te geloven, maar toen kwam er een scepticus op bezoek die niet kon geloven dat zo’n klein jochie echt kon geloven. Hij zou die kleine man wel eens even aan de tand voelen over zijn geloof. Hij vroeg het kereltje op geleerde toon: “En jongeman. Als God dan zoveel van je houdt, waarom zorgt Hij dan niet wat beter voor je? Waarom stuurt Hij niet iemand om je schoenen te geven en een warme jas en beter eten?” Het ventje dacht eventjes na en zei toen met tranen in zijn ogen: “Hij zegt het ook wel tegen iemand, maar die iemand vergeet steeds weer om naar God te luisteren.”

273