Zo ongeveer moet de hel zijn

Zo ongeveer moet de hel zijn

Ik heb terwille van mijn geloof in gevangenissen van de nazi's gezeten. Er zijn uren geweest dat ik dacht: 'Nog één ogenblik en dan begint het duistere rijk van de waanzin, waar geen weg terug meer mogelijk is.' Maar dan kwam Jezus! En alles werd goed!

Op een avond leek het of de hel was losgebroken. Er werd een groep mensen binnengebracht, die later naar een concentratiekamp gestuurd zou worden. Mensen voor wie geen enkele hoop meer bestond. Deels zware misdadigers, deels onschuldige Joden. Allen werden ze die avond door wan- hoop gegrepen. Ze brulden zo hard als ze konden. U kunt zich dat niet voorstellen. Een gebouw met cellen vol wan- hoop, waar iedereen schreeuwt en tegen de deuren trapt. De gevangenbewaarders werden nerveus en knalden hun revolvers leeg tegen het plafond. Ze ranselden iemand in elkaar. Ik zat in mijn cel en dacht: 'Zo ongeveer moet de hel zijn.' In die verschrikkelijke situatie schoot het door me heen: 'Jezus! Hij is hier!' Toen heb ik zachtjes- heel zachtjes de naam van Jezus aangeroepen: Jezus! Jezus! Jezus!!!' Bin- nen drie minuten was het stil. Geen mens heeft gehoord dat ik Hem aanriep, alleen Hij - en de demonen moesten wijken! Toen zong ik, wat streng verboden was, heel hard het lied Jesu, meine Freude.

Alle gevangenen konden het horen. De oppassers zeiden geen woord, toen ik in één van de volgende coupletten luid zong over Jezus die ons bijstaat, in wat voor omstandighe- den wij ook verkeren. Toen heb ik gemerkt wat het betekent om een levende Verlosser te hebben.

273