Zoon, alles komt goed!

Zoon, alles komt goed!

Toen zijn vader door een zware periode van ziekte afstand moest doen van zijn bedrijf, was Bill Tucker 16 jaar oud. Door gebrek aan inkomsten kwam het gezin in financiële moeiten. Ook nadat vader Tucker weer een goede gezondheid mocht genieten bleef het moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen.

Op een dag werd het gezin Tucker verbaasd door vader Tucker. Vader had de aanbesteding gewonnen voor het herbekleden van de stoelen in de lokale bioscoop. Vader Tucker wist niet eens hoe hij moest naaien, laat staan dat hij wel eens een stoel had bekleed. Ook had hij geen naaimachine. Maar vader Tucker liet deze aanbesteding niet aan zijn neus voorbij gaan en ging op zoek naar iemand die hem het vak leerde. Ook vond hij een adresje waar hij een professionele naaimachine op de kop kon tikken.

Het gezin moest alle spaarrekening leeghalen, al het geld uit de sokken halen, om maar aan genoeg geld te komen voor de naaimachine. Op een dag was het zover: ze hadden voldoende geld om de naaimachine te bekostigen!

Het was een zonnige dag toen vader Tucker en Bill de naaimachine gingen ophalen. Tijdens de rit fantaseerden ze over wat ze met al het geld zouden doen, wanneer ze de klus geklaard hadden. De toekomst lachte hun tegemoet.

Ze laadden de naaimachine in de laadbak en sjorden deze stevig vast. Vader vroeg of Bill naar huis wilde rijden, en Bill klom achter het stuur.

Bill zal deze reis nooit meer vergeten, het staat in zijn geheugen gegrift. Bill, de onervaren bestuurder, was zo verrukt dat hij niet genoeg op zijn snelheid lette. Toen Bill de oprit opreed die naar de snelweg leidde, zag hij het gebeuren: de topzware naaimachine begon te schuiven. Uit reflex trapte Bill op de rem, maar het was al te laat. De naaimachine kieperde over de rand van de laadklep. Bill rende de cabine uit, en keek naar de kapotte naaimachine: al hun hoop en dromen lag daar in stukken… De grond zakte onder hem weg. Vader Tucker stond naast zijn zoon te kijken. Al zijn kapitaal, zijn grootse plannen, zijn hoop om het gezin in levensonderhoud te voorzien: het was in één klap weg.

Wat deed vader Tucker? Een logische reactie zou zijn geweest: ‘Stommeling! Niet opletten eh? Kijk nou wat je gedaan hebt! Je hebt de hele toekomst van je gezin kapot gemaakt!’

Niets van dit alles…

Vader Tucker keek zijn zoon recht in de ogen. ‘O, Bill, wat erg.’ Hij liep naar de jongen toe en sloeg zijn armen om hem heen en zei: ‘Zoon, alles komt goed!’

Hoe vaak falen wij in de ogen van God? God is net als deze vader. Wij mensen maken zo veel fouten, maar toch had Hij de wereld (ons) zo lief, dat Hij Zijn enige Zoon zond! Johannes 3:16!

273