Zelfbeeld en huwelijk

Zelfbeeld en huwelijk

De kracht van liefde in het huwelijk

Je begint je huwelijk met een bepaald zelfbeeld, een bepaald gevoel van eigenwaarde. Dat is een mengelmoes van allerlei verschillende oordelen die in de loop van de jaren door allerlei verschillende mensen over je zijn uitgesproken. Ouders, broers en zussen, vrienden en vriendinnen, leraren en begeleiders hebben allemaal hun mening over je gegeven, gezegd dat je goed en slecht was, geschikt en ongeschikt, veelbelovend en hopeloos. We hebben ze gezeefd en ons best gedaan om sommige dingen te vergeten, maar dat is moeilijk. Bevestigende uitspraken laten veel minder en veel korter hun sporen na in het menselijk hart dan kritiek en veroordeling. Misschien zijn we beschadigd door dingen die tegen ons gezegd zijn, hebben ze een onuitwisbare indruk achtergelaten. Ons zelfbeeld bestaat uit vele lagen en zit vol tegenstrijdheden. Je zelfbeeld is vaak een samenraapsel zonder verbindend thema. Als het zichtbaar zou zijn, dan leek het op het monster van Frankenstein, met allerlei ongelijkmatigheden. 

Maar de uitspraken die misschien wel de meeste schade hebben aangericht, zijn de dingen die we over onszelf tegen onszelf hebben gezegd.* Veel mensen worden geplaagd door een stem vanbinnen die hen onafgebroken uitscheldt voor dwaas, domkop, mislukkeling, verliezer.

Maar nu komt er iemand, door het huwelijk, in je leven die de kracht heeft om die hele stapel veroordelingen onderuit te halen, die over je zijn uitgesproken door anderen of door jezelf. Het huwelijk voorziet je partner van een geweldige kracht om je zelfwaardering opnieuw te programmeren. Hij of zij kan alles onderuithalen wat vroeger over je is gezegd en je zo in hoge mate verlossen van je verleden. De liefde en de bevestiging van je man of vrouw zijn een kracht die je kan genezen van de diepste wonden. Hoe kan dat? Als de hele wereld zegt dat je lelijk bent, maar je man of vrouw zegt dat je mooi bent, dan voel je je ook mooi. Om een gedeelte uit de Schrift te parafraseren: zelfs als ons hart ons aanklaagt, dan is de mening van onze man of vrouw groter dan ons hart.

270